Beleidsplan 2022-2026

1. Algemeen

1.1. Aanleiding Beleidsplan

Dit onderhavige beleidsplan is de opvolger van het beleidsplan 2018-2022 en geldt  voor de periode 2022-2026. Het nieuwe beleidsplan is nodig omdat het Bestuur van de Stichting een vastgesteld toekomstplan wenselijk vindt om missie en visie in de komende periode te realiseren en te bevorderen.

Voorts beoogt het Bestuur met het nieuwe beleidsplan te voldoen aan een van de eisen uit de Museumnorm 2021, die door de Stichting Museumregister Nederland wordt gebruikt als toetssteen voor geregistreerde musea. It Damshûs is een geregistreerd museum en wil dat blijven.

Bovendien is de aanwezigheid van een beleidsplan een van de voorwaarden van de Belastingdienst om de status van Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) te behouden. It Damshûs heeft de ANBI-status en wil dat eveneens zo houden.

Om goed aan te sluiten bij het provinciaal cultuurbeleid, is It Damshûs lid van de Museum Federatie Fryslân.

It Damshûs voldoet aan de definitie van wat een museum behoort te zijn, zoals afgesproken binnen de International Council of Museums (ICOM), namelijk:
‘A museum is a non-profit, permanent institution in the service of society and its development, open to the public, which acquires, conserves, researches, communicates and exhibits the tangible and intangible heritage of humanity and its environment for the purposes of education, study and enjoyment’. (ICOM, 2007). 

1.2. Missie en Visie 

De Stichting heeft ten doel de instandhouding van het museum, waaronder begrepen de bevordering en het verzekeren van de instandhouding van (rijks)monumenten, waaronder in ieder geval het Damshûske, het Sudergemaal te Nij Beets en de Amerikaanse Windmotor te De Veenhoop, en voorts al hetgeen met een en ander rechtsreeks of zijdelings verband houdt of bevorderlijk kan zijn (art 2 statuten, 20 april 2000). Het Bestuur bevestigt deze statutaire doelstelling en ziet deze als zijn missie

Het Bestuur heeft als visie dat het museum een erkend museum blijft, waarin op betrouwbare en aantrekkelijke wijze de turfwinning en de daarmee samenhangende sociale strijd in de periode 1860-1920 wordt verbeeld. Het museum beoogt volledig door vrijwilligers te worden geleid en uitgevoerd. De aantrekkelijkheid dient te worden gegarandeerd door naast de gebruikelijke toegang voor individuele bezoekers en groepen activiteiten te organiseren die samenhangen met missie en visie, zij het dat het Bestuur ernaar streeft deze ruim uit leggen. Voorts dient de aantrekkelijkheid te worden bevorderd door het met enige regelmaat aanbieden van nieuwe attracties, zoals in het recente verleden de productie van een film en de thans in gang zijnde realisering van een moerasgebied op het terrein van het museum. Daarbij leven Bestuur en vrijwilligers in het besef dat het fundament voor een aantrekkelijk museum bestaat uit een interessant aanbod, een goede staat van onderhoud, goede faciliteiten en een goede ontvangst en begeleiding. Qua doelgroepen zal het Bestuur ernaar streven de jeugd meer te betrekken/bereiken. Daartoe zullen de huidige educatieve programma’s worden geëvalueerd. 

Het Bestuur hoopt in de realisering van missie en visie de gewaardeerde steun en raad te krijgen van de Museum Federatie Fryslân, en voor zover het gaat om gemeentelijk niveau de gemeente Opsterland.

1.3. Historische Schets 

Het begin van het museum vond plaats in 1958, toen met bescheiden subsidies, bijdragen van dorpsbewoners en grote inzet van vrijwilligers het laatste stenen veenarbeidershuisje van Nij Beets in 1958 steen voor steen herbouwd werd op zijn huidige plaats bij de hoofdbrug van het dorp. Het huisje werd ingericht met door bewoners geschonken meubilair, voorwerpen, foto’s en veenwerktuigen. Het werd ‘It Damshûs’ gedoopt naar de laatste bewoner, de heer H.G. Dam. Jarenlang was het alleen op zaterdagmiddag en op aanvraag voor het publiek geopend. Sindsdien heeft het museum zich verder ontwikkeld tot een volwaardig openluchtmuseum, dat elke jaar 7000 bezoekers trekt in de beperkte tijd dat het museum geopend is (april t/m september, in april en oktober slechts voor groepen). 

1.4. Terugblik 2018 – 2022

In de voorgaande planperiode 2018-2022 is het museum gericht geweest op de instandhouding van de collectie, en het realiseren van een gevarieerd aanbod van culturele activiteiten. De Jaarverslagen getuigen daarvan. Het gaat om lezingen, theater- en muziekvoorstellingen, festivals, openluchtspelen, boekenmarkten, films, kinderfestivals, oude ambachtenfestivals, verhalenavonden en muziekconcerten. 

De gevolgen van de coronapandemie hebben zich vanzelfsprekend ook uitgestrekt tot It Damshûs. De maatregelen van het kabinet zijn gevolgd, en de adviezen van de Museum Federaasje Fryslân zijn leidraad geweest. Dat heeft ertoe geleid dat het museum gedeelten van 2020 en 2021 gesloten is geweest, en in de recente maanden geopend met inachtneming van de corona beperkingen. Dat heeft geleid tot een financieel negatief resultaat, dat middels rijks- en gemeentelijke subsidies te overzien is gebleven.

Hetzelfde geldt voor het Sudergemaal, dat eveneens gesloten is geweest. De kunsttentoonstellingen (drie per jaar) hebben in 2020 niet plaatsgevonden, de eerst werd geopend in augustus 2021.

Veel dorpsbewoners zijn als vrijwilliger actief in het in stand houden van het museum. Maatschappelijke ontwikkelingen zoals, de afname van prepensioen regelingen waardoor mensen langer blijven werken en krimp, hebben ook hun weerslag op het aantal vrijwilligers.  Dit is een algemene tendens die zich voordoet bij alle vrijwilligersorganisaties. Dit zijn belangrijke ontwikkelingen die onderdeel zullen zijn van het huidig en toekomstig beleid. 

In de komende jaren zal de ontwikkeling vooral gericht zijn op het realiseren van een energiepaviljoen, als majeure aanvulling op het aanbod van het museum. Het betreft een forse investering, die hopelijk met hulp van welwillende fondsen gefinancierd kan worden. Voldoet 

Het Bestuur heeft veel tijd besteed aan het voldoen aan de nieuwe eisen van de Landelijke Museumvereniging middels een herijking van de museumregistratie naar de nieuwe normen van 2020. Die herijking heeft plaatsgevonden door het Bureau Museumregistratie. Na het indienen en hernieuwd indienen van diverse beleidsnotities en twee audits, hoopt het Bestuur in 2022 een hernieuwde registratie in het landelijke Museumregister te behalen. Dat is het bewijs dat It Damshûs bestuur en uitvoering goed geregeld heeft. 

1.5. Hoofddoelstellingen 

De hoofddoelstellingen van de Stichting zijn in lijn met haar bestaansrecht als museum, derhalve: 

– Goed beheer van de collectie, daar waar mogelijk aanvullen

– Aantrekkelijk blijven voor het publiek

– Bedrijfsvoering efficiënt en effectief uit te voeren 

1.6. Concrete Doelstellingen

De concrete doelstellingen sluiten aan bij de hoofddoelstellingen, derhalve: 

(dit in te vullen na beraad binnen het Bestuur en raadpleging van de Commissies).

2. Bestuurlijke aspecten.

2.1. Ethische code.

Het Bestuur wordt in zijn handelen geleid door (1) de Ethische Code, zoals in 2006 vastgesteld door de landelijke Museum Vereniging en de International Council of Museums, (2) de Good Governance Code Cultuur, zoals in 2019 is vastgesteld door de Stichting Cultuur en Ondernemen onder auspiciën van de Landelijke Museumvereniging, en (3) de Fair Practice Code, zoals die in 2019 is vastgesteld door een werkgroep onder auspiciën van het Ministerie van OC&W. Hoe het Bestuur deze Codes heeft vertaald in richtlijnen voor It Damshûs, is weergegeven in bijlage 1 (‘Toepassing van de Ethische code door de Governance Code Cultuur (2019) en de Fair Practice Code (2019)’, vastgesteld 18 februari 2021).

2.2. Transparantie en integriteit.

Een belangrijk aspect is transparantie en integriteit. Zo moeten zittingstermijnen van bestuursleden openbaar zijn, hun nevenfuncties, en waar mogelijk een beschrijving van de functies zoals die binnen het Bestuur bestaan. Dat staat weergegeven in bijlage 2 (‘Zittingstermijnen Bestuursleden’, vastgesteld 27 mei 2021), in bijlage 3 (‘Nevenfuncties Bestuursleden’, vastgesteld 24 juni 2021), in bijlage 4 (‘Profielschets Bestuursleden’, vastgesteld 29 juli 2021), en in bijlage 5 (‘Toedeling van functies’, vastgesteld 28-10-2021).

Daar hoort ook bij een betere regeling van de jaarverslaglegging, die voortaan zal plaatsvinden zoals aangegeven in bijlage 6 (‘De toekomst van het Jaarverslag’, vastgesteld 29 juli 2021) en een transparante financiële paragraaf bij een beleidsplan, zoals hier weergegeven voor het vorige beleidsplan in bijlage 7 (‘Meerjarencijfers 2018-2022, vastgesteld 30 september 2021). Voor het onderhavige Beleidsplan 2022-2026 (zie hierboven paragraaf 1.5)

2.3. Continuïteitscommissie.

De Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen gebiedt dat rechtspersonen (waaronder Stichtingen) beschikken over een Continuïteitscommissie, die het bestuur van de rechtspersoon overneemt in het geval het zittend Bestuur daartoe niet meer in staat is. Per 1 juli 2021 heeft het Bestuur de heren Van Houten, Nauta en Van den Hoven benoemt en een taakomschrijving vastgesteld. 

3. Collectie 

3.1. Collectievorming en –beheer.

Bij de beschrijving van de collectie en het beheer ervan volgt het Bestuur de Handreiking  voor het schrijven van een collectieplan zoals in 2008 vastgesteld door het Instituut Collectie Nederland ICVN en het Landelijk Contact Museumconsulenten LCM. De uitwerking voor It Damshûs is gedaan in een document dat voor het museum definieert de collectievorming en de collectiebeschrijving, de geschiedenis van de collectie weergeeft, de collectie analyseert naar de mate van musealiteit (de ‘anatomie’’ van de collectie naar origineel materiaal, replica’s), de registratie en digitalisering van de collectie en nog enkele aspecten. Dit is bijlage 8 (‘Collectieplan It Damshûs’, eerst vastgesteld 23 januari 2019, aangevuld 18 februari 2021, en verder aangevuld 26 augustus 2021).

3.2. Incidenten en Afstoting.

Een geregistreerd museum schenkt aandacht aan incidenten met museale objecten, en aan ordentelijke afstoting van museale objecten indien nodig. Het Bestuur heeft daartoe twee eenvoudige procedures opgesteld. Incidenten met objecten dienen gemeld te worden in een landelijke database van de Rijksdienst voor het Culturele Erfgoed. Dat is bijlage 9 (‘Procedure Incidenten Database DICE’, vastgesteld 26 augustus 2021). Mocht het museum een object willen afstoten dan wel vernietigen dan dient melding te worden gedaan aan een landelijke database in het kader van de Leidraad Afstoting  Museale Objecten LAMO. De procedure is weergegeven in paragraaf 2.7 van het Collectieplan.

3.3. Onderzoeksbeleid Collectie.

In het onderzoek naar de collectie volgt het Bestuur het Stappenplan Onderzoek, zoals vastgesteld in 2021 door het Landelijk Contact Museumconsulenten. Het onderzoek in It Damshûs voltrekt zich op bescheiden schaal. De collectie is beperkt, ook in tijdspanne, en helder gericht, namelijk op de techniek van de laagveenderij, en op de sociale leef- en werkomstandigheden van de veenarbeiders. Het aantal objecten is ook beperkt (zie ook de nota Collectieplan, vastgesteld door het Bestuur d.d. 26 augustus 2021). Het aantal objecten is 980; alle zijn genummerd. De kerncollectie bestaat uit 218 objecten. In ‘Collectie Nederland’ zijn 100 objecten opgenomen. De objecten zijn niet alleen genummerd, maar ook gerelateerd aan de ruimte waarin zij zich bevinden. De beschrijving van de objecten vergt onderzoek. Het gaat in de collectie van It Damshûs vaak om de vragen ‘wat is het’, ‘waar werd het voor gebruikt’, ‘welk jaartal hoort erbij’ en ‘is het te relateren aan Nij Beetster veenarbeiders’. Het onderzoek wordt verricht door vrijwilligers, verenigd in de Commissie Collectie & Archief, onder auspiciën van het Bestuurslid dat het collectiebeheer in portefeuille heeft. De uitwerking van het Stappenplan Onderzoek naar de situatie van It Damshûs staat in bijlage 10 (‘Onderzoeksbeleid’, vastgesteld 26 augustus 2021 met aanvulling 8 oktober 2021).

3.4. Presentatiebeleid.

Het vormen en bijhouden van een collectie is vanuit museaal oogpunt zinloos als er geen toegankelijkheid is voor het grote publiek. Een collectie moet dus adequaat gepresenteerd worden, waarbij enerzijds de wetenschappelijke aspecten van de collectie worden geëerbiedigd, als de aantrekkelijkheid van de expositie een rol spelen. Het Bestuur maakt daarbij gebruik van de documenten ‘Museum Open U’ (in 2017 vastgesteld door het Landelijk Contact Museumconsulenten) en ‘Woorden Doen Ertoe’ (in 2018 vastgesteld door een werkgroep uit diverse musea). Het Bestuur realiseert zich dat een goede presentatie te maken heeft met (1) de doelgroepen van het museum, (2) waar deze groepen de nadruk op leggen, en (3) hoe de verschillende groepen bereikt worden, zowel door het museumaanbod als door de gehanteerde communicatiemiddelen. Een dergelijk Presentatieplan is uitgewerkt in bijlage 11 (‘Presentatieplan’, vastgesteld 26 augustus 2021). 

3.5. Licht- en UV gevoeligheid collectie.

Museale objecten van papier, van stof en andere materialen zijn kwetsbaar voor licht en ultraviolet. Daarom moet van tijd tot tijd een meting plaatsvinden. Als de meting uitwijst een overschrijding van de normen (voor licht 50 lux, voor UV 0 lumen), dan dreigt ‘dissociatie’ (het uiteenvallen) op termijn. Het Bestuur wil dit voorkomen dat op bedreigde locaties licht- en UV werende folies aan te doen brengen. Zie bijvoorbeeld bijlage 12 (‘Licht- en UV meting’, vastgesteld 30 september 2021). 

4. Publiek 

4.1. De doelgroepen van It Damshûs.

De doelgroepen van It Damshûs kunnen beschouwd worden vanuit drie invalshoeken, namelijk (1) naar de aard van het bezoek, (2) naar diversiteit, en (3) naar bestuurlijke omgeving.

De doelgroepen naar de aard van het bezoek en hun veronderstelde doel van het bezoek, zijn als volgt:

  • Toeristen, voor het museum
  • Mensen uit de directe buurt, voor  evenementen en vaartochten
  • Mensen uit de regio, voor museum, evenementen en vaartochten
  • Groepen, voor het museum en de vaartochten
  • Families, voor de kinderactiviteiten
  • Scholieren, voor sprot en spel activiteiten
  • Online bezoekers, voor de online collectie
  • Mensen met cultureel en historische belangstelling, voor de lezingen en tentoonstellingen
  • Freon, voor de lezingen en tentoonstellingen

Doelgroepen uit oogpunt van diversiteit zijn als volgt:

  • Mensen met fysieke beperking kan het museum faciliteren
  • Mensen met een auditieve beperking kan het museum faciliteren
  • Mensen met een visuele beperking kan het museum niet faciliteren
  • Mensen met geestelijke beperking kan het museum faciliteren mits begeleiding aanwezig is.
  • Mensen van kleur, culturele achtergrond, verschillende religies, gender, c.a. zijn geheel welkom.
  • Mensen uit diverse sociale klassen behoeven zich niet beperkt te voelen door de toegangsprijs die bewust bescheiden wordt gehouden, in verband toegankelijkheid voor iedereen.

Doelgroepen uit oogpunt van bestuur zijn:

  • Overheden (Gemeenten, Provincie, Rijk, Wetterskip) 
  • Museum Federaasje Fryslân
  • Merk Fryslân
  • Regiomarketing Zuid Oost Friesland
  • Bedrijfsleven
  • Sponsoren

Het Bestuur is alert op het onderhouden van goede contacten met de bestuurlijke omgeving. Er wordt deelgenomen aan overleg, brieven worden beantwoord, en waar mogelijk is It Damshûs behulpzaam. Zo wordt de burgemeester van Opsterland met enige regelmaat ontvangen met haar relaties, worden gemeenteambtenaren geholpen met hun culturele beleid, en worden wethouders uitgenodigd om bijvoorbeeld tentoonstellingen te openen. Het bestuurslid met de portefeuille PR heeft frequent contact met de bovengenoemde marketing organisaties. Contacten met bedrijfsleven en sponsors worden onderhouden door de penningmeester.

Speciale aandacht heeft It Damshûs voor jeugdige bezoekers. Het Bestuur meent dat aan de benadering en facilitering van de jeugd het nodige verbeterd kan worden.  Daartoe is ontwikkeld een jeugd- en educatiebeleid, dat hierbij gaat als bijlage 13 (‘Jeugd- en Educatiebeleid’, vastgesteld 18 februari 2021 met aanvullingen vastgesteld 26 augustus 2021). Voorts is een van de bestuursleden belast met een nieuwe portefeuille Jeugd en Educatie. 

4.2. Presentatie museum t.o.v. doelgroepen.

Het museum is zich ervan bewust dat niet elke doelgroep op dezelfde wijze benaderd en behandeld moet worden. Zoals eerder vermeld is een dergelijk Presentatieplan uitgewerkt in bijlage 11 (‘Presentatieplan’, vastgesteld 26 augustus 2021). 

4.3. Publieksactiviteiten

Het museum heeft als beleid dat naast toegang tot de museale collectie, een cultureel programma aan de regio aangeboden moet worden. Immers, de doelstelling van het museum, zoals verwoord in de Statuten, is weliswaar vooral gericht op de instandhouding van het museum, maar laat onverlet dat er ook andere activiteiten kunnen worden ontwikkeld die met de museale doelstelling samenhangen of dienstbaar daaraan zijn.

Zo organiseert It Damshûs kunsttentoonstellingen (in het Sudergemaal: 3 per jaar), lezingen (4 per jaar), voorstellingen (zoals verhalenavonden, openluchtspelen, muziek), filmavonden, maar bovenal de grotere evenementen als Boartersdei, Stoppeldei (door de gebr. Groen), het muziekfestival Skimerjûn.

Publiek, m.n. toeristen, worden ook getrokken door de plaatsing van een TOP zuil (Toeristisch Overstap Punt) van het recreatieschap De Marrekrite. Om bezoek aan de zuil aantrekkelijk hebben vrijwilligers een ‘social sofa’ project succesvol volbracht.

4.4. Museumshop en restauratieve voorziening.

De Museumshop, die in de afgelopen beleidsperiode is opgestart werkt goed. In de komende tijd wordt gekeken naar de samenstelling en mogelijke uitbreiding van het assortiment, waarbij uit verkoopcijfers blijkt dat met name boeken goed worden verkocht.

Sinds het nieuwe Entréegebouw opgeleverd is, is er een betere mogelijkheid ontstaan voor een bescheiden restaurant. Het gaat daarbij in eerste instantie om het functioneren als koffie- en thee voorziening (met datgene dat ‘daarbij’ hoort). In tweede instantie kunnen op afspraak lunches worden geserveerd, die extern worden verzorgd. Het blijkt dat bezoekers hierover tevreden zijn. Het museum ziet het restaurant als een faciliteit die bezoek aantrekkelijk maakt. 

5. Bedrijfsvoering 

5.1. Huisvesting

Voor It Damshûs geldt dat sinds het gereedkomen van het Entréegebouw, en de parkeervoorziening ter plekke de huisvesting bijzonder goed te noemen is. Het nieuwe gebouw biedt voldoende ruimte voor ontvangst, museumshop, en restauratieve voorzieningen, alsmede toiletfaciliteiten (ook voor gehandicapten). De ruimte is groot genoeg voor de organisatie van lezingen (capaciteit ongeveer 50  toehoorders) met audiovisuele voorzieningen. 

Het Sudergemaal, eveneens een deel van de huisvesting van het museum is een rijksmonument. Tevens is het geschikt voor kunsttentoonstellingen, waarvan er twee tot drie per jaar worden georganiseerd. Het Sudergemaal heeft groot onderhoud nodig, waarvoor fondsen worden geworven.

Voorts behoort een Amerikaanse windmotor tot de huisvesting (niet toegankelijk voor het publiek). 

In It Damshûs geldt dat het dagelijkse onderhoud gegarandeerd is via de onderhoudsploeg van vrijwilligers. Groter onderhoud wordt via aanneming gedaan, waarbij in beginsel de kosten door het museum worden gedragen uit de lopende begroting. Voor het Sudergemaal  wordt het onderhoud deels  door monumentensubsidie (BRIM)  betaald. De Amerikaanse windmotor wordt in stand gehouden door monumentensubsidie (BRIM), de gemeente Smallingerland, de provincie Fryslân, het Wetterskip Fryslân, en It Fryske Gea. 

5.2. Percelen ondergrond

De gronden waarop het museum zich bevindt, zijn deels eigendom, deels pacht en huur, deels recht van opstal. De juridische regeling via notariële akten is op orde en berust in het archief. Op zijn beurt verhuurt It Damshûs gronden aan de IJsbaan, Stichting Risping, en t.b.v. volkstuin.

5.3. Personeel en Organisatie

It Damshûs is een vrijwilligersorganisatie. Tegelijkertijd is het een museum dat op professionele wijze geleid en uitgevoerd moet worden. Dat vergt een goede organisatie, die voor alle betrokkenen acceptabel is. Om dit te bereiken volgt het Bestuur artikel 1.17 van de Ethische Code (2006), dat zegt dat voor een goede regeling van zaken een Vrijwilligersbeleid op schrift moet zijn gesteld. Daarin moet het gaan over werving, binding, opleiding, rechten en plichten en verzekeringen. Dit staat in bijlage 14 (‘Vrijwilligersbeleid’, vastgesteld 18 februari 2021 met aanvullingen vastgesteld op 26 augustus 2021). 

Er is een vereniging ‘Freon’, een vereniging van donateurs (vanzelfsprekend vaak overlappend met vrijwilligers), die uit haar inkomsten projecten steunt.

Ten einde misstanden te voorkomen dan wel aan te kaarten, beschikt met museum over een Vertrouwenspersoon Ongewenst Gedrag, de heer Sikke Marinus. 

5.4. Diversiteit en Inclusie

Diversiteit houdt in dat mensen van elkaar verschillen en dat zulks synergie oplevert. Deze verschillen kunnen betreffen de cultuur, gender, etniciteit, beperking, seksuele oriëntatie, religie, sociaaleconomische situatie, opleidingsniveau of leeftijd. Deze verschillen moeten worden gezien in samenhang, en vormen iemands identiteit. Het doel van diversiteit in de culturele sector is dat in de beleidsbepaling omtrent programma, personeel, publiek en partners de culturele instelling zich hiervan bewust is en er op een beargumenteerde wijze rekening mee houdt.

Inclusie is dat de verschillen tussen mensen zodanig aangewend worden dat de voordelen daarvan worden benut, en dat elk mens zich veilig en gewaardeerd voelt. 

It Damshûs steunt het streven naar diversiteit en inclusie. Dit is vastgelegd in bijlage 15 (‘Diversiteits- en Inclusiebeleid, vastgesteld 18 februari 2021 en aangevuld 26 augustus 2021).

5.5. ICT-beleid.

Het museum maakt in toenemende mate gebruik van informatietechnologische hulpmiddelen. Om dit naar behoren te doen, is gebruik gemaakt van diverse documenten uit de museumwereld, zoals de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed (Netwerk Digitaal Erfgoed, Ministerie OCW 2015), ‘Hoe leg ik mijn informatiebeleid vast’ (Stichting Digitaal Erfgoed DEN, 2021), de Richtlijn Digitaliseringsplan (DEN, 2021) en de Richtlijn Duurzaamheidsplan (DEN, 2021).

De informatisering van It Damshûs is bescheiden. De collectie is vrijwel gedigitaliseerd, en via diverse website toegankelijk. Spijtig genoegd wordt het daarbij gebruikte Adlib systeem uitgefaseerd waardoor investeringen in een opvolger noodzakelijk zijn.  Daartoe is overleg met de Museum Federaasje Fryslân. Er wordt gebruik gemaakt van Facebook, email verkeer, beeldpresentaties en daarnaast heeft het museum 1 laptop in bezit t.b.v. commissie Collectiebeheer. De vrijwilligers zijn ervan doordrongen met grote regelmaat back ups te maken, zodat bij een calamiteit geen gegevens definitief verloren gaan.

Bij de realisering van het Energiepaviljoen ligt het voor de hand ook gebruik te maken van digitale presentatietechnieken, waardoor het informatiebeleid ingewikkelder wordt. Er vindt informeel overleg plaats met de Gemeente Opsterland in hoeverre hier vanuit het gemeentelijke museumbeleid gefaciliteerd kan worden. Het informatiebeleid ligt vast in bijlage 16 (‘Informatiebeleid’, vastgesteld 23 januari 2018, geactualiseerd 18 februari 2021, opnieuw opgesteld en vastgesteld 26 augustus 2021).

5.6. Verzekeringen

Er is een opstalverzekering van het Damshûs en het Sudergemaal. Voorts is er een WA verzekering voor de Stichting. De boten zijn eveneens verzekerd, zowel de boten zelf als de passagiers. Deze verzekeringen zijn ondergebracht bij UNIVE. De polissen berusten bij de penningmeester.

De vrijwilligers zijn daarnaast verzekerd via de VNG Vrijwilligerspolis van de Gemeente Opsterland. Deze VNG verzekering biedt voor de vrijwilligers een ongevallen- en persoonlijke eigendommen verzekering, een aansprakelijkheid verzekering, en rechtsbijstand verzekering alsmede een aansprakelijkheidsverzekering voor de bestuursleden. 

5.7. Financiën

De jaarstukken presenteren de financiële situatie van de Stichting, en is een consolidatie van de boekhoudingen van het openluchtmuseum, de vaartochten, het Sudergemaal en de Windmotor. De jaarstukken vergen accountantsgoedkeuring. De financiële situatie voor de corona pandemie was gezond. In verband met de coronamaatregelen is verlies geleden maar dankzij subsidies van Gemeente en Rijk is de situatie stabiel en komt het resultaat op nul uit. Investeringen worden in beginsel niet gedaan uit vreemd vermogen, zodat geen verplichtingen in de toekomst ontstaan. 

5.8. Public Relations

Een van de Bestuursleden draagt zorg voor de public relations. Het foldermateriaal wordt regelmatig vernieuwd. Dat het museum bij uitstek geschikt is voor groepen zal worden benadrukt omdat de aanwezigheid van een restauratieve voorziening en een museumshop dat goed kunnen faciliteren.

Voor PR via de pers is een ruim netwerk aanwezig. De komende tijd zal gekeken worden naar aanvullende mogelijkheden voor PR zoals via de nieuwe digitale kanalen (Op ‘social media’ overigens reeds aanwezig).

De website zal ook worden geëvalueerd ten einde te blijven aan de eisen van de tijd. Ook vermelding van het museum op andere websites wordt bevorderd.

Communicatie vindt eveneens plaats via voorlichtingsdagen zoals voor nieuwe bewoners van de gemeente, busondernemingen t.b.v. bustochtjes, en scholen.

6. Veiligheidsbeleid

It Damshûs heeft als doelstelling het museum duurzaam in stand te houden. Dat is de opdracht die de Statuten aan de Stichting geven. Dat houdt ook in dat er sprake moet zijn van een veiligheidsbeleid. 

In de eerste plaats dient het Bestuur zich bewust te zijn van risico’s die  de continuïteit van het museum bedreigen. Naar aanleiding van de herijking voor de Museumregistratie 2021 heeft het Stichtingsbestuur aan de hand van de Governance Code Cultuur (2013/2014) zich gebogen over de kans en impact van risico’s op de organisatie. Het gaat om strategische risico’s (dat zijn risico’s die de organisatie loopt voor het eigen bestaan als niet of te weinig wordt gereageerd op veranderingen in de omgeving, zoals politieke of beleidsverande¬ringen, veranderingen in de marktpositie door concurrentie of ander publieksgedrag of verslechteren van de positie door negatieve perceptie bij klanten en andere stakeholders’), om besturingsrisico’s (dat zijn risico’s door het niet goed inrichten van de organisatie (met als gevolg bijvoorbeeld onduidelijke besluit¬vorming), de gevaren van bijvoorbeeld een risico-nemende cultuur waar risicomijdend gedrag gewenst is, en het risico van onvolledige en/of onjuiste verantwoording over besturing en resultaten van de organisatie’), om financiële risico’s (het gaat hier om bijvoorbeeld de gevaren van veranderende klantwensen (en dus minder afname van diensten/producten), van contractuele verplichtingen die niet nage¬komen worden (bijvoorbeeld leveranciers die niet leveren waardoor een productie vertra¬ging oploopt), en niet op elkaar afgestemd zijn van inkomende en uitgaande geldstromen waardoor acuut gebrek aan liquiditeit optreedt (bijvoorbeeld te maken kosten versus inkomende subsidie of inkomsten uit kaartverkoop), en om operationele risico’s (Het gaat hier om bijvoorbeeld de gevaren van veranderende klantwensen (en dus minder afname van diensten/producten), van contractuele verplichtingen die niet nage¬komen worden (bijvoorbeeld leveranciers die niet leveren waardoor een productie vertra¬ging oploopt), en niet op elkaar afgestemd zijn van inkomende en uitgaande geldstromen waardoor acuut gebrek aan liquiditeit optreedt (bijvoorbeeld te maken kosten versus inkomende subsidie of inkomsten uit kaartverkoop). Het Bestuur heeft dit neergelegd in bijlage 17 (‘Continuïteitsrisico’s’, vastgesteld 18 februari 2021 met aanvullingen vastgesteld op 26 augustus 2021). 

Naast het omgaan met bovengenoemde risico’s zijn er ook meer concrete risico’s voor de collectie, vrijwilligers en bezoekers. Daartoe heeft het Bestuur ontwikkeld een overall Veiligheidszorgbeleid, in bijlage 18 (‘Veiligheidszorgbeleid’, vastgesteld 28 augustus 2021), met daarin aandacht voor de veiligheid van de collectie, in de museumwereld geheten de collectie hulp verlening ‘CHV’, zie de bijlage 19 (‘Risicomanagement van de Collectie’, vastgesteld 27 juli 2021), de veiligheid van vrijwilligers en bezoekers, geheten de bedrijfshulpverlening BHV, in bijlage 20 (‘Risicomanagement Plan Vrijwilligers en Bezoekers BHV’, vastgesteld 26-08-2021  met aanvulling vastgesteld 08-10-2021) , met daarmee in samenhang een bijlage 21 (‘Calamiteitenplan’, vastgesteld 18 februari 2021), en bijlage 22 (‘Ontruimingsplan’, vastgesteld 26 augustus 2021). 

7. Samenvatting

De Stichting heeft ten doel de instandhouding van het museum, waaronder begrepen de bevordering en het verzekeren van de instandhouding van  (rijks)monumenten, waaronder in ieder geval het Sudergemaal te Nij Beets en de Amerikaanse Windmotor te De Veenhoop, en voorts al hetgeen met een en ander rechtsreeks of zijdelings verband houdt of bevorderlijk kan zijn (art 2 statuten, 20 april 2000). Het Bestuur streeft ernaar dit met kracht te realiseren. Nieuwe activiteiten, nieuwe faciliteiten, en een goede PR staan hiertoe ten dienste. Het Bestuur zal waar mogelijk al degenen die vrijwillig zich inzetten voor het museum steunen en waarderen.